Nut van gewasbescherming
Duurzame gewasbeschermingsmiddelen zijn cruciaal voor een voldoende productie van gezonde voeding.
- Wereldwijd worden gewassen bedreigd door circa 30.000 soorten onkruiden, 3000 soorten aaltjes, 800 soorten schimmels en 10.000 schadelijke insectensoorten. Daarnaast zijn er virussen en bacteriën die gewassen aantasten. Door de wereldwijde handel en de klimaatsveranderingen neemt het aantal plantenziekten en plagen toe, ook in België. Bijvoorbeeld het voorkomen van de maïswortelboorder op maïspercelen in de omgeving van de luchthaven van Zaventem.
- Een volledig overzicht van alle plagen en ziekten die in de belangrijkste akker- en tuinbouwteelten in België voorkomen is beschikbaar via de website van de onderzoekscentra. Bijvoorbeeld de granenteelt wordt geteisterd door ongeveer 10 belangrijke ziekten en plagen, maar ook hardfruit zoals appels dient beschermd te worden (11 belangrijke ziekten en plagen) om tot een kwaliteitsvol eindproduct te komen.
- Gewasbeschermingsmiddelen bestrijden deze plagen en ziekten en zorgen voor oogstzekerheid en voldoende aanvoer van kwalitatieve producten aan de keten. Zowel vóór het oogsten als erna helpen gewasbeschermingsmiddelen om voedselverlies en kwaliteitsverlies te beperken, evenals de houdbaarheid van het product te verlengen.
- Voedsel is een stuk goedkoper, kwalitatiever en minder schaars geworden dankzij gewasbescherming. Toch zal er volgens de Verenigde Naties tegen 2050 nood zijn aan 70% meer voedsel dan vandaag wordt geproduceerd. De hoeveelheid landbouwgrond staat echter onder druk door verstedelijking, industrialisatie en erosie. In België gaat er bijvoorbeeld dagelijks 6 ha landbouwgrond verloren. Ook bij ons moet het voor landbouwers mogelijk blijven om voldoende kwalitatieve producten te blijven produceren.
Gewasbeschermingsmiddelen dragen bij aan gezonde voedingsproducten.
- Naast de bescherming van de gewassen zorgen gewasbeschermingsmiddelen er ook voor dat er geen schimmels en schadelijke insecten op of in de vruchten zitten. Gewasbeschermingsmiddelen reduceren ook het voorkomen van natuurlijk voorkomende toxines. De oogst is dus niet alleen verzekerd maar ook gezond en op deze manier vervullen we ook de eisen van de voedselketen.
- Het is mogelijk dat er residuen achterblijven op de vruchten als gevolg van het gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Residuen zijn minuscule restjes van middelen.
- Strenge wetgeving zorgt ervoor dat enkel middelen mogen worden gebruikt die veilig zijn voor milieu en consument.
- Voor elke actieve stof van een gewasbeschermingsmiddel wordt er een maximale residu limieten (MRL’s) opgelegd. Deze MRL’s zijn altijd significant lager dan vanuit gezondheidsoogpunt noodzakelijk is.
- De leidraad voor het vaststellen van een MRL is het ‘goed landbouwkundig gebruik (respect voor wettelijke dosis en wettelijk toegestaan aantal toepassingen)’.
- Cijfers van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid tonen aan dat 98% van de Belgische groenten en fruit voldoen aan de wettelijke normen. Een MRL-overschrijding betekent nog niet dat er gevaar voor de gezondheid is. Uit een recent onderzoek van EFSA, de Europese voedselautoriteit, blijkt dat de meerderheid van de Europese groenten en fruit zelfs helemaal geen residu bevat.
- Conclusie: Het eten van groenten en fruit in ons land is veilig en gezond.
Gewasbeschermingsmiddelen zijn aan zeer strenge regels onderworpen.
- Gewasbeschermingsmiddelen behoren tot de meest onderzochte stoffen en producten op de markt. Zij worden uitgebreid getest en streng geëvalueerd door experts binnen Europese en nationale beoordelingsinstanties op effecten voor mens, dier en milieu.
- De middelen worden specifiek ontworpen met drie eigenschappen. Zij moeten:
- veilig zijn: niet schadelijk voor mensen die ermee in contact komen gedurende het hele teeltproces of het consumeren van voedsel;
- selectief zijn: alleen doeltreffend tegen de ziekten, insecten en onkruiden waartegen ze gericht zijn;
- een korte levensduur hebben: nadat zij het gewenste effect hebben teweeggebracht, moeten zij gemakkelijk afgebroken worden in onschadelijke bestanddelen, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu.
Bijkomende eisen vanuit de keten, die niet voortvloeien uit de wetgeving of wetenschap, kunnen de landbouwproductie in België in problemen brengen aangezien landbouwers vaak aangewezen zijn op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, al is het maar als correctiemiddel in geval van een plotse uitbraak van schimmels en schadelijke insecten.
Landbouwers passen gewasbeschermingsmiddelen zeer strikt toe en worden hierop streng gecontroleerd.
- Belgische land- en tuinbouwers produceren steeds duurzamer en werken met “geïntegreerde gewasbescherming” (IPM). Hierbij worden verschillende maatregelen genomen volgens een bij wet vastgelegd protocol: preventieve maatregelen, monitoring, inzetten van biologische en mechanische bestrijdingsmethoden en pas als allerlaatste chemische bestrijdingsmethoden.
- België heeft internationaal een koppositie verworven in duurzame hoogproductieve landbouw. Kennis over middelengebruik, geïntegreerde gewasbescherming en precisielandbouw dragen hieraan bij.
- Om gewasbeschermingsmiddelen in België toe te passen is een fytolicentie nodig. De bedoeling van de fytolicentie is dat professionele gebruikers, verdelers en voorlichters op een correcte manier met de producten omgaan.