Nieuwe Vlaamse maatregelen rond Geïntegreerde Gewasbescherming IPM
Sinds 1 januari 2014 moet elke professionele gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen de regels rond geïntegreerde gewasbescherming (Integrated Pest Management IPM) toepassen: duurzaam, beredeneerd gebruik van gewasbeschermingstechnieken en –middelen. Er is, in samenspraak met de hele sector, een stappenplan uitgewerkt voor een pakket aan nieuwe Vlaamse maatregelen.
Sinds 2014 moet elke professionele gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen de regels rond IPM toepassen volgens de Europese richtlijn 2009/128 betreffende "een duurzaam gebruik van pesticiden". Het vermijden van puntvervuiling, het reduceren van drift en het vermijden van schadelijke onkruiden zijn belangrijke pijlers binnen IPM. In samenspraak met de hele sector werden onderstaande maatregelen weerhouden.
Maatregel vanaf 2022
Doornappel is een probleemonkruid dat in snel tempo aan terrein wint, met alle gevolgen van dien. Deze giftige plant dient ten alle tijden bestreden te worden om verdere problemen te voorkomen. Sommige teelten kunnen zelfs niet geoogst worden bij een aanwezigheid van doornappel. Vandaar wordt de verplichte bestrijding van dit onkruid vanaf 2022 opgenomen in de IPM-checklist. Er moet ook steeds vermeden worden dat dit onkruid in zaadproductie komt.
Beknopte lijst maatregelen vanaf 2023
- Spuittoestellen bij openluchtteelten (uitgezonderd rugspuiten, lansspuiten, stationaire spuittoestellen en onkruidspuiten in de fruitteelt) moeten uitgerust zijn met een schoonwatertank.
- Het wordt een aanbeveling om het spuittoestel uit te rusten met een intern spoelsysteem om een goede interne reiniging te kunnen garanderen.
- Indien er bij het vullen van het spuittoestel water uit het oppervlaktewater wordt aangezogen, mag de aanzuigleiding niet gecontamineerd zijn met gewasbeschermingsmiddelen.
- Indien bij het vullen van het spuittoestel een aanzuigslang wordt gebruikt, dient er een terugslagklep aanwezig te zijn.
- De spuitboomhoogte bij openluchtteelten waarbij neerwaarts gericht gespoten wordt, bedraagt 0,5 meter boven het gewas bij spuitbomen met een dopafstand van 50 cm. Bij spuitbomen met 25 cm dopafstand, bedraagt deze 30 cm boven het gewas.
- Op dagen dat een spuittoestel niet in gebruik is, staat deze in een overdekte ruimte (met uitzondering van de stationaire spuiten).
- Het invullen van de fyteauscan waarbij wordt duidelijk gemaakt waar er een risico bestaat dat gewasbeschermingsmiddelen in het water terechtkomen.
- Bij bespuitingen in open lucht moet er vanaf 2023 een driftreductie van minimum 75% worden gerealiseerd. Vanaf 2026 moet er een driftreductie bij bespuitingen in open lucht van 90% worden gerealiseerd, waarbij minimaal 75% driftreductie op het spuittoestel zelf.
- Het gebruik van een kantdop op spuitbomen gebruikt voor neerwaarts gerichte bespuitingen langs oppervlaktewater en verhardingen wordt een niveau 2 vanaf 2023.
Meer info over IPM en de volledige checklist met de eisen waaraan moet worden voldaan, vind je op de website van het Departement Landbouw en Visserij.