Voortschrijdend inzicht zorgt voor veilig voedsel
Reactie van Belplant op het rapport van PAN Europe.
Voortschrijdend inzicht en wetenschappelijke innovatie sinds de publicatie van het boek “Silent spring”, hebben ervoor gezorgd dat de Europese wetgeving rond gewasbescherming zeer strikt is en dat de voedselkwaliteit tot de beste en meest veilige van de wereld kunnen beschouwd worden.
De voedselkwaliteit binnen Europa kan dankzij de vakbekwaamheid van duizenden landbouwers, en het toezicht van diverse Europese en Belgische instanties, tot de beste en meest veilige van de wereld beschouwd worden.
In de EU worden jaarlijks tienduizenden stalen genomen ter controle van residu’s van gewasbeschermingsmiddelen in voeding. In België controleert het Federaal Voedselagentschap (FAVV) levensmiddelen op residuen. De resultaten van 2018 zijn geruststellend: 98% van de stalen voldeed aan de residunorm (Maximum Residu Limiet of MRL). Een veelgebruikte MRL is 0,01 mg/kg. Er zit dan 0,01 mg residu per kilogram voedsel. Dat is zeer weinig: bijvoorbeeld één korrel maïs in een vrachtwagen vol graankorrels.
Net zoals de vorige jaren is het percentage conforme resultaten hoger voor producten afkomstig uit België en Europa dan voor producten geïmporteerd uit derde landen (96%). Bij 2% van de monsters in België werden overschrijdingen gevonden van deze residunorm. Dit houdt in dat de voedingsmiddelen niet verhandeld mogen worden, aangezien dit betekent dat de goede landbouwkundige praktijken misschien niet werden opgevolgd. Maar het betekent niet dat er een risico is voor de gezondheid. Daarvoor geldt een andere norm, de ADI (Aanvaardbare Dagelijkse Inname) als referentie, en deze ligt gemiddeld een factor 100 boven de MRL, een zeer grote veiligheidsmarge. Dus zelfs als de MRL wordt overschreden, is de kans zeer groot dat de relevantie voor de gezondheid verwaarloosbaar klein is.
De Europese wetgeving op de toelating en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is zeer strikt.
Sinds 2014 past iedere land- en tuinbouwer de principes van geïntegreerde gewasbescherming (Integrated Pest Management – IPM) toe op het bedrijf. IPM wordt geregeld door de Europese richtlijn die handelt over duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (Richtlijn 2009/128). Bij IPM worden alle mogelijke gewasbeschermingstechnieken geïntegreerd toegepast. Voor de bestrijding van insecten bijvoorbeeld, gebruikt men waar mogelijk natuurlijke vijanden, zoals sluipwespen of lieveheersbeestjes. Voor het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen (natuurlijke en mensgemaakte), denken we aan het gebruik van selectieve middelen die de nuttige organismen sparen, het toepassen van resistentiestrategieën, het vermijden van puntvervuiling, het gebruiken van driftreducerende doppen, het respecteren van de spuitvrije bufferzone, het zo veel mogelijk spoelen van het spuittoestel op het veld en het correct inleveren van lege verpakkingen bij AgriRecover. Het is juist deze combinatie van verschillende oplossingen, die IPM zo duurzaam maakt en toelaat om kostbare grondstoffen zoals land en water optimaal te benutten!
Terug