Algemene Vergadering Phytofar 2021 — Plant based food chain and climate change: all hope on technology?
Op 23 november 2021 vond in Technopolis in Mechelen de Algemene Vergadering van Phytofar plaats. De 120 aanwezigen waren blij elkaar na lange tijd terug te zien en te kunnen praten over de uitdagingen in de sector van de gewasbescherming en ver daarbuiten. Ook online werd het evenement druk gevolgd. Het thema dit jaar: “De plantaardige voedselketen en klimaatveranderingen: alle hoop op technologie?”. Stof genoeg voor een boeiende avond dus!
Voorzitter Martin Van Gheluwe (Syngenta) was duidelijk in zijn welkomstwoord: “De klimaatcrisis stelt ons voor enorme uitdagingen, maar we moeten die onbevreesd en vol vertrouwen aanpakken. Iedereen, landbouwers, toeleveringsbedrijven en overheid, moet in dezelfde richting kijken en de doelstellingen voor ogen hebben nl een duurzame en weerbare voedselproductie in België en Europa. Dan kan ook iedereen, met eigen expertise, meewerken aan oplossingen.”
In zijn presentatie deelde Olivier Honnay, Conservation biologist aan de KULeuven, zijn visie over hoe we het mondiale voedselsysteem klimaatneutraal kunnen maken. In theorie is het mogelijk maar een combinatie van maatregelen is dan noodzakelijk. De belangrijkste oplossingen zijn duurzame intensivering (meer produceren op zelfde oppervlakte, vooral in landen met lage inkomsten) en het reduceren van de vleesconsumptie waarna het vrijgekomen areaal bebost wordt.
De vragen die niet behandeld werden tijdens het evenement, werden later door Professor Honnay beantwoord, en kan je hier vinden.
In het daarop volgende debat “Plant based food chain and climate change: all hope on technology?” gaven panelleden en publiek hun mening over hoe landbouw de klimaatcrisis kan helpen verzachten.
Professor Anne Legrève (UCLouvain) ziet dagelijks dat klimaatverandering overal aanwezig is: in het milieu, in de planten zelf en in de ziekten en plagen op de planten. Wetenschappelijk onderzoek blijft cruciaal om deze veranderingen helemaal te doorgronden en zo een diversiteit aan innovatieve technieken (precisielandbouw, veredeling, nieuwe gewasbeschermingsmiddelen) te ontwikkelen die leiden tot een duurzame voedselzekerheid.
Kristiaan Van Laecke (ILVO/Seed@bel) zegt dat het niet makkelijk zal zijn om op korte termijn (2030 dus) planten te ontwikkelen die beter aangepast zijn aan het veranderende klimaat. Met klassieke veredeling alleen, komen we er niet. Er is dus dringend nood aan een Europese regelgeving voor nieuwe technieken om vooruit te komen.
Ook Marc Sneyders (Bayer CropScience) ziet de uitdagingen van de klimaatverandering: ziekten en plagen komen vroeger of later en zijn sterker. Het feit dat landbouwers vele gewasbeschermingsmiddelen hebben verloren, maakt het risico om een goede teelt te hebben steeds groter. Hij ziet wel veel heil in een goede samenwerking van landbouwers met loonwerkers, zodat landbouwers niet zelf de allernieuwste technieken hoeven aan te kopen.
Volgens Geert Plaetinck (Syngenta Ghent Innovation Center) stellen de politiek en de maatschappij tegengestelde eisen: er moet verduurzaming komen en toch is er technofobie. Een dergelijke contradictie houdt vernieuwing tegen en dus pleit hij voor vrijheid van innovatie en een goede mix van precisielandbouw en biocontrole. De tijdsdruk van de Green Deal zou hierbij stimulerend kunnen werken.
Anne-Catherine Dalcq van CEJA vertegenwoordigt de Europese jonge landbouwers die verschillen door de diversiteit in hun bedrijven en landbouwsystemen, maar elkaar vinden in een gemeenschappelijk politiek en economisch kader. Het Europese landbouwbeleid legt vele nieuwe regels op waardoor de jonge landbouwers op zoek moeten naar extra budgetten om bijvoorbeeld nieuwe technologieën in te zetten. Ook zij vreest voor het wegvallen van een aantal gewasbeschermingsmiddelen, waardoor teelten, zoals bijvoorbeeld chicorei, in de toekomst niet meer mogelijk zullen zijn.
Eric Demaeght wil met enVie Atelier alvast inzetten op het verminderen van voedselverlies door soep te maken van overstocks van bijvoorbeeld veilingen. Hij rekent ook op een gedragsverandering van de consument want zij moeten een eerlijke prijs willen betalen voor duurzame voeding.
Ja, de landbouwers moeten blijvend ondersteund en opgeleid worden om hun passie, kwaliteitsvol voedsel voorzien, zo goed mogelijk uit te voeren. Ja, er is blijvend onderzoek nodig om meer duurzame middelen op de markt te brengen om plagen en ziekten te bestrijden. Ja, we moeten innovatieve technieken durven bekijken zodat onze gewassen zich aanpassen aan klimaatverandering. Maar iedereen lijkt er zeker van dat met een open geest en met inzet van iedereen, de uitdagingen niet onoverkomelijk zijn.
De federale minister van Landbouw David Clarinval, deed bij monde van zijn vertegenwoordiger Pierrick Walravens beroep op ieders zin voor innovatie om een driedubbel doel te bewerkstelligen: de landbouw van morgen moet kunnen rekenen op gewasbeschermingsmiddelen die doeltreffend zijn, het milieu respecteren en ook economisch duurzaam zijn.
Peter Jaeken, Secretaris-generaal van Phytofar, sloot de avond af met een positief gevoel over het jarige Phytofar. “In dit vreemde maar boeiende corona-jaar 2020-2021, heeft Phytofar zich ingezet om mee te blijven zoeken naar duurzame oplossingen voor de landbouw en daarover te communiceren. Maar Phytofar doet dat al 80 jaar want in 1941 verzamelden de eerste pioniers zich om samen te werken, om samen oplossingen te zoeken. Phytofar, dat zijn JULLIE, onze leden, gedreven mensen met passie voor landbouw, voor planten, voor innovatie! Er ligt nog veel werk op de plank, voor ons en voor de ganse agrovoedingsketen maar ik neem de uitdagingen samen met jullie en mijn enthousiast team, graag aan.”
En dan was er taart.