Algemene Vergadering Phytofar 2019 in Leuven: samen werken en samen communiceren!
Op 14 mei 2019 vond in Leuven de Algemene Vergadering van Phytofar plaats. Centraal thema: Welke rol speelt wetenschap nog in het toelaten van technologie op de Europese markt? Hoe verhouden industrieel en academisch onderzoek zich tegenover elkaar? Verzwakken ze het vertrouwen in “De wetenschap” bij het grote publiek of kunnen ze in het maatschappelijk debat dichter tot elkaar komen en dit vertrouwen juist versterken? Vele boeiende vragen waar de sector samen met haar gasten over discussieerde in het kader van gewasbescherming.
Francesca Tencalla van ToxMinds, een adviesbureau gespecialiseerd in ecotoxicologie, stelde in haar presentatie duidelijk dat academische wetenschap (fundamenteel en toegepast) en de onderzoeken vanuit de industrie elkaar aanvullen: “Er zijn voor- en nadelen aan beide vormen van onderzoek, maar ze moeten elkaar blijven voeden. Regelgevend en academisch onderzoek tegenover elkaar plaatsen is een vals debat.”
In het daaropvolgende echte debat, werden verschillen en overeenkomsten tussen academische en regelgevende wetenschap onder de loep genomen. Philippe Baret, Decaan van de landbouwfaculteit van UCL, stelde dat de echte uitdaging zit in het stoppen met polariseren. “Niet iedereen kan biologisch telen. Geïntegreerde landbouw (IPM) en biologische landbouw moeten samen bestaan. Het publiek én de industrie moeten van elkaar leren.” Hij pleitte ook voor het belang van de experten bij het evalueren van bijvoorbeeld een toelatingsdossier. “De experten en het afwegingskader waarbinnen ze werken, zijn belangrijker dan al de gegevens die de studies aanleveren. Daar zou dan ook moeten in geïnvesteerd worden.”
Kevin Heylen, adviseur bij Phytofar, legde de nadruk op de voor- en nadelen van transparantie. De industrie wordt steeds transparanter maar toch stijgt het vertrouwen van het publiek niet. “Begrippen als gevaar, risico, blootstelling en een aanvaardbare foutenmarge zijn belangrijk. Politici, media en publiek begrijpen deze begrippen niet altijd en kunnen dus moeilijker het hele plaatje zien.” Hij benadrukte ook het belang van “weight of evidence” waarbij de resultaten van verschillende studies, academische en andere, als het ware gewogen worden, en waarbij wetenschappelijke artikels die soms haaks op elkaar staan, toch elk hun belang in het evaluatieproces van stoffen hebben.
Annie Demeyere, sectoradviseur gewasbescherming van het Vlaams Departement Landbouw en Visserij benadrukt dat gewasbeschermingsmiddelen enkel toegelaten worden nadat onafhankelijke experten alle studies, die van de industrie én van de academische wereld, bekeken hebben. “De ambtenaren die de studies evalueren doen dat in eer en geweten. Iedereen zoekt naar de waarheid, alle procedures zijn bekend op fytoweb.be, voor bepaalde dossiers bestaat er publieke consultatie, dus alles gebeurt open en transparant. ”
In het tweede debat, zochten specialisten naar de moeilijkheden bij het communiceren van de vaak ingewikkelde studies door de media.
Voor Greet Riebbels, Hoofd Communicatie bij ILVO blijft het moeilijk om wetenschappelijke resultaten van de landbouwsector, die relevant zijn voor de maatschappij, over te brengen naar de pers. “Het goede nieuws is dat er wel interesse bestaat bij de algemene pers, maar dat in veel gevallen, de voorkennis over de sector ontbreekt. Dat is niet zo bij de landbouwpers die dankzij haar expertise in het domein, veel beter en correcter slaagt in de vertaalslag naar haar lezerspubliek. Bij de algemene pers zijn maar weinig journalisten die gegevens dubbel checken of ook de wetenschappelijke publicaties rond een onderwerp raadplegen.”
Gelukkig zat de uitzondering op de regel, in de vorm van Dirk Draulans, journalist bij Knack, ook in het panel. Hij gaf toe dat slecht nieuws, of negatieve berichten, vaker in de pers worden opgenomen: “Positief nieuws is normaal en dus minder interessant dan negatieve berichten. Maar de landbouwsector, en zeker de gewasbeschermingsmiddelenindustrie, zal zich moeten neerleggen bij het feit dat ze altijd op de achtergrond zullen blijven en de communicatie niet zullen winnen.”
Piet Vanthemsche, die de landbouwsector, de overheid en het politieke toneel van binnen en van buiten kent, begrijpt de terughoudendheid van de individuele wetenschapper om te communiceren. Maar dat betekent niet dat je moet stoppen met communiceren. “De “onafhankelijke” wetenschapper bestaat niet. En “de waarheid” bestaat ook niet. Je moet blijven zoeken naar hoe je de maatschappij toch kan informeren. En dit moet collectief gebeuren, de sectoren moeten elkaar blijven ondersteunen en mogen niet opgeven!”
Peter Jaeken, Secretaris-generaal van Phytofar, sloot de avond af met een positief gevoel. Hij waardeerde constructieve kritiek van panelleden, academici, ngo’s en mensen uit de industrie. Phytofar heeft nog veel werk voor de boeg, en de leden, waaronder ook het kersverse lid FMC, nemen de uitdagingen aan.
Er waren woorden van dank voor Yves Magadur (BASF) die jarenlang actief was in Phytofar en in Frankrijk zijn professionele loopbaan verder zet. Ook Pol Lambrecht (Nufarm) heeft een lange carrière in de gewasbeschermingsindustrie en bij Phytofar, werd in de spreekwoordelijke bloemen gezet. Ten slotte waren er nog mooie woorden voor Annie Demeyere. Verschillende belangrijke veranderingen, zoals het verplicht gebruik van driftreducerende doppen, hebben we aan haar niet- aflatende inzet te danken. Annie zal haar energie die de sector gedurende 40 jaar heeft mogen ervaren, nu zeker en vast in een ander project steken nu ze op pensioen gaat.
Dank aan iedereen en graag tot volgend jaar!
Terug