
Phytofar standpunt over het gebruik van SDHI-fungiciden.
In recente publicaties (Benit et al., 2018; Rustin et al., 2019) werd bezorgdheid geuit over het gebruik van succinaat-dehydrogenase inhibitoren (SDHI) als fungiciden. Die zouden namelijk een risico inhouden voor de mens, en meer algemeen voor het dierenrijk, door hun werkingsmechanisme.
Er wordt gesuggereerd dat het huidige risicobeoordelingskader voor SDHI’s aan herziening toe is en dat het gebruik van SDHI’s in de landbouw tot een minimum moet worden beperkt. Momenteel onderzoeken wij het laatst gepubliceerde artikel (Rustin et al., 2019 – Plos One) en wij hebben de Belgische federale overheid over deze studie ingelicht.
Eerst willen we aanstippen dat ANSES (het Franse nationaal agentschap voor de veiligheid van voedsel, milieu en arbeid) nog vorig jaar, na overleg met de belangrijkste auteurs van deze studies, een conclusie over het mogelijke gevaar van SDHI’s heeft gepubliceerd. Daarin stelt ANSES dat er momenteel onvoldoende bewijzen zijn om te verklaren dat SDHI’s een gevaar voor de gezondheid zouden inhouden, en dus om de marktvergunningen in te trekken. Op grond hiervan concluderen wij dat de studies die eerder zijn uitgevoerd en geëvalueerd voor de toelating van deze stoffen, een betrouwbare inschatting leveren van eventuele risico’s voor mens en dier.
De auteurs baseren zich in de studie op resultaten van in vitro-onderzoeken. Zij tonen echter geen effecten aan die feitelijk bij een mens of een dier zijn vastgesteld. Ook werden in deze experimentele studies veel hogere dosissen gebruikt dan in reële omstandigheden op het veld. Daarbij worden SDHI’s in levende organismen (bij mensen of dieren) voortdurend in hoge mate gemetaboliseerd, waardoor zij snel worden afgebroken en het lichaam verlaten. De gewasbeschermingsindustrie is zeer goed op de hoogte van de werking van SDHI’s. Zij kiest dan ook specifiek werkzame stoffen uit met een minder krachtige werking bij zoogdieren en andere niet-doelorganismen, en alleen stoffen met een aanvaardbaar veiligheidsprofiel komen in aanmerking voor verdere ontwikkeling.
We kunnen dus besluiten, dat alle SDHI’s die momenteel op de markt zijn als gewasbeschermingsmiddel, onderworpen werden aan de juiste strenge tests en aan een onafhankelijke beoordeling van vele wetenschappelijke studies door de Europese regelgevende instanties.
Gelijkaardige conclusies en meer info over SDHI’s vind je op de website van de federale overheid.
Terug
Daar is de lente! En daar begint het werk in de tuin!
Op handigindetuin.be vind je alle informatie en leuke filmpjes over middelen die je kan gebruiken om je huis of tuin te beschermen tegen schimmels, plagen, schadelijke insecten, ongedierte en onkruid.
100 STEMfluencers uit chemie en farma inspireren duizenden meisjes en jongens voor STEM
Ook verschillende leden van Belplant en BELFertil doen mee aan dit interessante project!
Nieuwe maatregelen rond IPM
Sinds 1 januari 2014 moet elke professionele gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen de regels rond geïntegreerde gewasbescherming (IPM) toepassen. Het vermijden van puntvervuiling, het reduceren van drift en het vermijden van schadelijke onkruiden zijn belangrijke pijlers binnen IPM. Hierbij is er een stappenplan uitgewerkt voor een pakket aan nieuwe maatregelen.
De uitspraak van het Europees Hof over neonicotinoïden benadrukt de inconsistentie van de EU-regelgeving.
Volgens landbouweconoom Graham Brookes, roept de recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de EU-lidstaten niet langer afwijkingen (derogaties) mogen toestaan voor het gebruik van neonicotinoïde zaadbehandelingen een aantal belangrijke vragen op.
Binnenkort verbod op export Belgisch bier?
Standpunt van Belplant over het voorstel tot exportverbod van gevaarlijke chemische stoffen in België (2)