Correct omgaan met gewasbeschermingsmiddelen: tips van de boer, voor de boer!

Boer Jan.

Phytofar, de Belgische vereniging van de industrie van gewasbeschermingsmiddelen, nam de afgelopen weken het initiatief om een aantal landbouwers te bezoeken en met hen hun gebruik van gewasbeschermingsmiddelen nader te bekijken.
Doel was niet zozeer nagaan welke producten de landbouwers gebruiken, maar vooral hoe ze dat doen.
“Bezint eer je begint” is hier duidelijk de boodschap: een goede voorbereiding is belangrijk als je duurzaam wil omgaan met gewasbeschermingsmiddelen!

Eerst ging Phytofar aankloppen bij landbouwer Jan (39 jaar). Op zijn akkerbouwbedrijfje in Nieuwrode teelt hij granen, maïs en gras. Een groot areaal is het niet (22ha), maar Jan heeft duidelijk goed nagedacht over hoe hij zijn bespuitingen uitvoert.

“Alles begint in het voorjaar met de oppervlakteaangifte: op de plannen staat er duidelijk vermeld waar ik bufferzones voor het oppervlaktewater moet respecteren. Op deze plaatsen moet ik minimaal 1 meter onbewerkt laten. Hier heb ik nu een grasstrook voorzien, die ervoor zorgt dat alles netjes en proper blijft.”

Jan heeft zeker geen moderne spuitmachine maar is best wel tevreden over een aantal zaken: “Tien jaar geleden heb ik mij al 75% driftreducerende spuitdoppen aangeschaft en ik gebruik ze altijd. Toen was ik mijn tijd wel wat voor, want ondertussen moet iedereen doppen met minimaal 50% driftreductie gebruiken. Dankzij de driftbeperking heb ik nooit buurtschade. Het gewasbeschermingsmiddel komt mooi op de planten terecht. En toch heb ik de ziekten en plagen goed onder controle!”

Ook de schoonwatertank wordt op het einde van elke bespuiting gebruikt. “Om de bespuiting te beëindigen, houd ik steeds een mooi perceel over. Dat is makkelijker om heel precies het nodige watervolume te berekenen en zo beperk ik het restvolume tot een minimum. Wat er overblijft, verdun ik dan 3 keer met een gedeelte water uit de schoonwatertank en spuit ik versneld uit. Dat uitspuiten zou moeilijk zijn op een klein perceeltje, maar het gaat zeer makkelijk op een groot perceel.”

Jan liet ons op het einde ook nog een grasveldje zien. Vroeger vulde hij zijn spuittank op een verharde ondergrond, maar dat is nu wettelijk niet meer toegelaten. Daarom gebruikt hij nu een klein grasveld vlak naast de loods. “Eventueel gemorst product loopt zo niet weg in de beek. Het koste mij slechts 10 meter extra vuldarm, het milieu wordt gespaard en ik ben in orde met de wetgeving!”

De tips van Jan:

• Spoel je tank op het veld en kies een mooi perceel om het rest- en spoelwater versneld op het behandelde perceel te verspuiten.
• Vul je spuittank op een onverharde ondergrond weg van het water, zo vervuil je het oppervlaktewater niet.
• Registreer je op Fyteauscan om de knelpunten op je bedrijf in kaart te brengen en aan te pakken.