FAVV onderzoekt blootstelling aan residuen van gewasbeschermingsmiddelen via groenten en fruit (2014-2020)
Gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt om gewassen tegen schadelijke organismen te beschermen of onkruid te bestrijden. Het gebruik ervan kan echter aanleiding geven tot de aanwezigheid van residuen in levensmiddelen. Jaarlijks controleert het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) het residugehalte van een 600-tal verschillende residuen van gewasbeschermingsmiddelen in meer dan 3.000 levensmiddelen. Van de ongeveer 14.500 tussen 2014 en 2020 gecontroleerde monsters van groenten en fruit, granen en andere plantaardige producten voldeed 97 à 98% aan de wettelijke limieten en werd in 31% van de monsters geen residu gedetecteerd. Ook al geven deze cijfers enige indicatie, er zijn extra berekeningen nodig om het risico voor de consument te evalueren. Het Wetenschappelijk Comité heeft dat nu gedaan voor de periode 2014-2020: de residuen houden geen risico in!
Resultaten
Tussen 2014 en 2020 wordt er een afname van de rapporteringsfrequentie waargenomen voor glyfosaat, boscalid, captan, carbendazim, chlorpyrifos, cyprodinil, deltamethrin, dimethoate, omethoate, linuron, imidacloprid, iprodione, penconazole, propamocarb, pyraclostrobin en thiacloprid. Deze afname kan deels verklaard worden doordat het gebruik van een aantal middelen in Europa werd beperkt of verboden (bv. iprodione, linuron). Er wordt wel een toenemende trend waargenomen voor acetamiprid, fluopyram, mepiquat (tot 2019), pyrimethanil, spirotetramat en trifloxystrobin.
De gemiddelde blootstelling tussen 2014 en 2020 aan elk van de 44 geëvalueerde residuen zijn voor de verschillende leeftijdscategorieën van consumenten lager - en voor het merendeel van de geëvalueerde residuen zelfs tot 100 maal lager - dan de overeenkomstige ADI (aanvaardbare dagelijkse inname). Ook voor personen die relatief veel groenten en fruit consumeren, is de geschatte blootstelling 10 tot 20 keer lager dan de ADI.
Conclusies
Algemeen kan op basis van de FAVV controleresultaten voor de periode 2014 tot en met 2020 besloten worden dat de langetermijnblootstelling van de Belgische consument, waaronder ook kinderen, aan residuen van gewasbeschermingsmiddelen via de consumptie van groenten en fruit geen risico inhield of niet zorgwekkend was, zelfs bij een hoge consumptie van groenten en fruit. De gewasbeschermingsmiddelen waarvoor er aanwijzingen zijn dat de blootstelling schadelijk is voor de volksgezondheid, namelijk genotoxische carcinogenen, stoffen die toxisch voor de voortplanting of hormoonverstorende eigenschappen hebben, zijn niet langer toegelaten.
Terug